Wilde weelde zadendag in de Hortus Amsterdam op 19 september 2018
Op een fantastische plek een fantastische themadag georganiseerd door de Vakgroep Wilde Weelde. Een samenwerkingsverband van ecologisch werkende hoveniers, kwekers van planten, bomen en zaden, ontwerpers en daar aan gelieerde bedrijven zoals leveranciers van banken en heggen en ecologisch adviseurs.
Reinout Havinga, in dienst van de Hortus legde uit hoe botanische tuinen onderling contacten onderhouden via zaadlijsten. Iedere hortus heeft een collectie en wint daar zaden van die gratis of bijna gratis aan collega tuinen, overal ter wereld, worden gegeven in ruil voor andere zaden.
Toevallig kende ik dat systeem al van het Pinetum Blijdenstein in Hilversum, ook ooit onderdeel van de Hortus, maar het was toch heel verhelderend hoe dat in zijn werk gaat. Gewoon zadenlijsten opsturen en dan uitzoeken wat je denkt te kunnen gebruiken, maar dus ook zaden beschikbaar stellen en verzenden. Uiteraard ook online, maar toch nog veel met papieren lijsten.
Feitelijk heeft iedere Hortus dus een soort zadenbank, die weliswaar niet altijd onder 100% goede bewaaromstandigheden bewaard worden zoals we even later konden ontdekken op de plek waar ze lagen. Maar het is een werkcollectie en niet een collectie voor de eeuwigheid natuurlijk.
De zaden die verkregen worden, worden gezaaid en in principe wordt van iedere soort in ieder geval twee exemplaren behouden, waar weer zaad van gewonnen wordt. Dat impliceert dat de genetische variatie, die in plantenzwermen voorkomen verloren gaat. Hoe minder exemplaren, hoe minder kans dat je alle eigenschappen mee krijgt. Als voorbeeld, waar we allemaal mee te maken hebben is dat wanneer we zaaien, vaak de snelst opkomende exemplaren gebruiken voor vermeerdering en de langzaam kiemende al op de composthoop hebben gegooid. Terwijl die misschien wel veel beter aangepast waren aan de omstandigheden op een bepaalde plek. Dit verhaal werd ook verteld door Jojanneke Bijkerk van de Cruydt-Hoeck.
Rob Leopold vertelde mij al in de jaren ’80 dat wilde planten soms heel moeilijk kiemen. Hij had de gevleugelde opmerking “wanneer de zaden na 5 jaar niet opgekomen zijn is het mislukt”….
Toch wel iets om rekening mee te houden dus. Ik heb het dit voorjaar ook gemerkt. Nou is het voorjaar niet de meest optimale tijd om te zaaien, maar het kon niet anders. Dan komt niet alles op, of maar een deel. Gewoon laten staan. Nat voorjaar, droge zomer… en opeens komen er weer tientallen zaailingen op de afgelopen weken. Had ik de zaaibakken leeggeschud na de droogte…. Sommige bakken zien weer groen zelfs.
De genetische verarming die ontstaat wanneer je van één plek blijft zaadwinnen, wat natuurlijk op zadenkwekerijen evident is, wordt door sommige wetenschappers gezien als een probleem, maar ik sprak later ook iemand die daar kanttekeningen bij plaatst. Ook in geïsoleerde populaties treden nieuwe variaties op. Dat lijkt dan op bijvoorbeeld paardenbloemen en havikskruiden die niet bestoven kunnen worden maar zichzelf “bevruchten” (dat heet anders, maar voor het idee) Kruisbestuiving treedt niet op en iedere ‘kloon” is dus een eiland en toch ontstaan er nieuwe varianten. Zo kun je geisoleerde plantenzwermen in natuurgebieden of kwekerijen of tuinen wellicht ook zien. En zo is het natuurlijk in de loop van de miljoenen jaren ook gegaan. Misschien is de angst voor genetische verarming helemaal niet zo nodig, maar dat is een persoonlijke mening…
Jojanneke vertelde ook over het levend Archief, het initiatief om vrijwel uitgestorven wilde planten voor ons land te behouden middels speciale “tuinen” waar door specialisten geprobeerd gaat worden die soorten in stand te houden. Een soort verpleeghuizen voor soorten dus. En dan van uitgangsmateriaal uit ons land. Extreem zeldzame planten blijken in het nabije buitenland vaak helemaal niet zo zeldzaam, maar toch wordt daar niet naar uitgeweken omdat we de autochtone genetische variatie toch zo veel mogelijk willen behouden. Misschien niet zo zinvol, maar misschien ook juist wel. Aan de andere kant (mijn idee) zijn de soorten hier niet voor niets zo zeldzaam geworden. Dat zou zo maar kunnen liggen aan te weinig aanpassingsvermogen wat wellicht door inbreng van buitenlands materiaal verbetert kan worden. Maar dat blijft een discussiepunt en ik ken mensen die me om deze gedachten graag de oren willen wassen…
Ook Jasper Helmantel hield een mooi verhaal hoe het toegaat op de kwekerij en vertelde van zijn werkexcursie naar Duitsland en Zwitserland waar men al veel verder is met grootschalige kweek van wilde plantenzaden. Boeiend om te zien en te horen hoe inventief men bestaande machines aanpast om de zaden te kunnen oogsten en te schonen.
Arjan Vernhout vertelde over zijn Stichting NL Bloeit! ( http://www.nlbloeit.nl/ ) Een boeiend en inspirerend verhaal over wat de stichting al bereikt heeft en mee bezig is. En vooral ook (voor mij) de band die ze hebben met BronnenBomen, die zeker de oudere Wilde Weelde leden nog wel kennen in de persoon van Henny Ketelaar, de schoonvader van Arjan. In november kunt hun boek “Planten van hier” uit bij de KNNV. Een boek dat iedere WildeWeelder heel erg zal aanspreken (denk ik). https://www.knnvuitgeverij.nl/NL/webwinkel/binnenkort/0/173864
Tussendoor konden de deelnemers aan een zadenquiz deelnemen die echt niet makkelijk was en rondleidingen door de hortus waren mooie onderdelen van een geslaagde dag!
Martin Stevens
Wolverlei Tekst, Beeld en wilde planten