Natuurbescherming fuseren? Dacht het niet!

De ANWB heeft vandaag 26 November 2012, de stelling geponeerd dat de natuur in Nederland gebaat zou zijn bij een samenvoeging van natuurbeschermings organisaties.

Wat een misvatting!

Vroeger, heel lang geleden, werd natuur niet beschermd. Dat “was niet nodig”: Natuur was iets wat bedreigend was voor het welzijn van de mens. Woeste gronden waar je hooguit wel aan kon verdienen of van kon gebruiken. Hout, turf, zand, klei.
De woeste gronden moesten ontgonnen worden want dan kon je er nog veel meer mee. Woest en nutteloos en bedreigend want die natuur wilde ons opvreten of toch minstens onze ontgonnen gronden weer in bezit nemen.

Natuur was dus iets om op te heffen om de mens te “verheffen”.
Dat dat niet zo was wisten een aantal mensen ook wel, maar ja, hier en daar een boekje of tijdschrift (De Levende Natuur, vanaf 1896 https://www.facebook.com/DeLevendeNatuur?ref=ts&fref=ts ) hielp ook niet echt. Intussen hadden de mensen zowat alle bos in Nederland gekapt en dreigde de laatste vogels te eindigen in de pot of voor de veren in de mode en ons vuil kon ook wel in die waardeloze plassen gedumpt. Vogelbescherming werd opgericht in 1899 en de overheid wilde de houtvoorziening toch echt in de hand gaan houden en startte ook in 1899 Staatsbosbeheer op. Twee jaar later in 1901 volgde de NNV, de Nederlandsche Natuurhistorische Vereeniging (nu KNNV) die weer naar aanleiding van dreigende vuilstort in het Naardermeer aan de wieg stond van de Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten in Nederland in 1905.

Dat ging goed. Veel gebieden werden gekocht of verkregen of geconfisqueerd als staatsgronden en de natuur kreeg weer een kans in de alsmaar grotere landhonger, hoewel de woeste gronden tot in de jaren ’60 nog “ontgonnen”werden (waarvan nu alweer heel wat terug gevormd zijn naar nieuwe natuur, over geldverspilling gesproken). Maar veel landeigenaren zagen hun zorgzaam gekoesterde landerijen, landgoederen en buitenplaatsen tot niet zo graag in handen van een vereniging die gezeteld was in het rijke westen en dan ook nog in Amsterdam. Daar kwam niet veel goeds vandaan. Oude adel uit Gelderland, Limburg en Groningen bijvoorbeeld … of in Fryslân…

Van 1927 tot 1936 werden mede door initiatieven van Natuurmonumenten de provinciale landschappen opgericht. Omdat een landelijke organisatie niet de middelen en de steun had om dat goed ter plekke te regelen. Deze landschappen hebben een fenomenale invloed gehad op de regionale natuur. Ze ontwikkelden een goede relatie met de bevolking, waardering bij de landbezitters en een directe ingang bij politici om zo aan natuurbescherming te doen. De samenwerking met Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer, die in die tijd ook steeds meer aan natuurbescherming ging doen naast houtteelt resulteerde in scheiding van aankoopbeleid van vrijkomende “woeste grond”. Iedere organisatie kreeg de mogelijkheid aan te kopen en/of te verkrijgen van gebieden die het best bij de organisatie pastte (althans meestal)
Deze organisaties creëerden ook een eigen publiek om zich heen. Staatsbosbeheer had daar het minste behoefte aan, iedere werkende Nederlander draagt daar aan bij dmv van belastingen, maar de Landschappen en Natuurmonumenten trokken  donateurs en leden die voor een groot deel garant stonden en staan voor de instandhouding van de natuurgebieden. Mensen in Utrecht werden donateur van het Utrechts Landschap EN van Natuurmonumenten. Fervente natuurliefhebbers zijn soms wel donateur van meerdere Landschappen naast Natuurmonumenten.

Al deze organisaties en nog een aantal meer, zoals sommige investeerders, verenigingen van landeigenaren en bijvoorbeeld het Goois Natuurreservaat namen mensen in dienst om hun gebieden zo goed mogelijk te beheren. Kennis van de gebieden, wetenschappelijk kennis, juridische kennis en communicatieve kennis.

Dat een landelijke organisatie niet zo heel erg efficiënt werkt bewijst de verregaande regionalisatie van Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer  vanaf de jaren ’80. Limburg is anders dan Brabant, Zeeland, Drenthe en Fryslân.
Door nu te roepen dat het allemaal wel één pot nat kan worden waardoor 1500 mensen overbodig zijn heb je toch niet echt een idee van hoe het werkelijk gaat in Nederland. We leven met zoveel mensen op een kluit dat je soms maar beter op plaatselijk niveau kan werken dan op landelijk. Plaatselijke of regionale benadering kweekt meer draagvlak dan landelijke “regels en regelingen”.

Dat je dan ook maar beweert dat “ruige natuur” niet aanspreekt en dat je maar beter voor recreatienatuur kunt gaan (uiteraard goed bereikbaar per auto want dat is het stokpaard waar de ANWB zijn geld mee verdient) waar mensen wel hun contributie voor willen neerleggen… tja…

Klokjesgentiaan. Ruige natuur die niet hoeft van de ANWB…of betalen als je het toch wilt zien

Dat wordt dus betalen als je nog wil “genieten”. Kijk even mee bij de National Trust, het grote voorbeeld van de ANWB: http://www.nationaltrust.org.uk/membership/
Een gezin met kinderen onder de 18 betaalt £93.50 dus ongeveer 115,50 euro! En dan kun je in Schotland nog niet eens terecht!

En dan die 1500 mensen die weg moeten. Dat zijn allemaal mensen die “overbodig” werk doen. Jaja… allemaal neusvreters want ze zijn met “ruige natuur” bezig waar geen mens in Nederland belang bij heeft volgens de ANWB…
Waar blijven die? Afvloeiingsregelingen, WW, bijstand? Is dat goedkoop? Is dat goed voor de “economie”? Ze hebben opleidingen die nergens meer worden gevraagd en moeten dus omscholen..op wiens kosten? En als dan alles omgevormd is tot parkeerplaats, te bezoeken landhuizen en recreatieparken waarvoor betaald moet worden om er gebruik van te maken waar blijven de vogelliefhebbers, de plantenfanaten, de natuurfotografen, de rustzoekers dan?

Kennis overdragen niet meer door de boswachter maar door vrijwilligers? Ideaalbeeld van de ANWB!

Tjonge, de ANWB is toch wel heel erg begaan mat de Nederlandse bevolking… of zie ik dat verkeerd?

Maar wat dan wel?
Vergaande samenwerking is al lang in gang gezet. Samenwerking op het niveau van gezamenlijk optreden tegen bedreigingen zoals losgeslagen politici (zoals Bleker) of pseudo maatschappelijke organisaties (zoals ANWB) is in gang gezet. Slim regionaal inzetten van ieders kennis en kunde, elkaar versterken en over cultuurverschillen heenstappen. De organisaties zijn al bezig maar misschien is DIT de trigger om als eenheid tegen cultuur vervlakkers op te treden.

Ideaalbeeld van de ANWB, recreatie met de auto en ervoor betalen.

En als de overheid nou eens wat minder belastinggeld stak in megastallen in schurkenstaten (kippenfarm voor plofkippen in de Oekraïne) of een vergelijkbare megastal voor plofkippen en varkens in Zuid Limburg (2,1 miljoen als het doorgaat, ook geld van vegetariërs gaat daar naar toe) en dat geld besteed aan natuur in Nederland, wat aantoonbaar (wetenschappelijk onderzoek heeft dat uitgewezen!) beter is voor de gezondheid van ons allen… dan zijn we alweer een stuk verder en hoeft deze discussie eigenlijk niet gevoerd te worden. En kunnen er juist banen gecreëerd worden in natuur en landschapsbeheer in plaats van ontslag.

Geloven in een betere wereld

Ja, ik geloof! Maar dan niet in iets of iemand die alles voor ons regelt. Nee ik geloof in de kracht van kennis en ik geloof dat kennis van onze omgeving voor een beter leven voor de mens kan zorgen.

Kennis over zaken geeft waardering. Niet altijd, soms wil je dingen niet weten en soms kan het heel benauwend werken. Maar kennis van je omgeving, kennis van wat leeft geeft waardering voor die omgeving en voor wat er leeft.

Je kunt nooit alles weten en hoe meer je weet, hoe meer je weet dat je niets weet. Daarom moet een mens zijn/haar leven lang blijven leren, alleen omdat we dat kunnen. Van de meeste levensvormen denken we te weten dat ze op een gegeven moment stoppen met leren (we weten het niet zeker). Ze weten alles om te overleven en dat is genoeg.
Mensen zitten blijkbaar anders in elkaar. Mensen zijn niet handig in overleven, maar ze kunnen wel blijven leren en daardoor hebben we zo’n fenomenale kennis opgedaan en die ook overgedragen op volgende generaties, dat we veel ouder kunnen worden dan een natuurlijke situatie zou kunnen toestaan.
Voorbeelden genoeg natuurlijk. Door een veilige omgeving te creeëren, door ziektes te onderkennen en te behandelen, door voedsel naar de hand te zetten en te kweken, door het leven eenvoudiger te maken..verzin het maar.

Maar het gekke is dat mens ook in staat is te profiteren van zaken die er niet toe doen. Die we niet nodig hebben om te overleven. Een voorbeeld is het “mooi vinden”. Mensen vinden dingen mooi en verzamelen dat, waarderen dat en beschermen dat. Of ze vinden het mooi en laten het met rust en genieten er van. Dat is raar. Weinig levensvormen lijken dat te doen. Er zijn er wel, maar niet zo veel en ze doen het niet zo intensief en divers als een mens dat kan.

Musea zijn verzamelplekken, ook voor studie

De mens gaat wel verzamelen en genieten wanneer ze weinig om handen hebben en het voortbestaan comfortabel geregeld is. Wanneer dat niet goed geregeld is lijkt het genieten zich te beperken tot kinderen en eventueel kleinkinderen. Wordt het leven makkelijker dan worden er al snel spulletjes verzameld. Ook om te laten zien aan anderen dat het goed gaat. Hoe ver dat gaat hoef ik hier niet uit te leggen. Wanneer je deze blog leest dan hoor je bij een kleine elite die het heeeel erg goed heeft.

verzamel om het verzamelen of om kennis uit te breiden, mensen verzamelen

Er is echter ook iets waar waarschijnlijk alleen de mens zich mee bezighoudt. Dat is het onnodig vernietigen van de natuurlijke omgeving. Omdat we leefden in een wereld waar de ene levensvorm de andere opeet, letterlijk, hebben we een kunde ontwikkeld om die vijanden van ons bestaan af te weren. Huizen bouwen, wapens bedenken, je vijand vernietigen. Daar zijn we heel kundig in geworden. Grote roofdieren die ons lusten zijn uit de westerse wereld verbannen en komen ze terug, dan is ze een kort leven beschoren.
De kleinere vreters zoals ziekteverwekkers als bacterieen, virussen en schimmels proberen we al jaren onder de knie te krijgen, maar de talrijkheid en het aanpassingsvermogen van deze levensvormen zijn een veel groter probleem dan bij de grote jongens.

fruitschimmels zijn heel gevaarlijk voor mensen

Daarnaast hebben we ons aangeleerd om ons eten niet te hoeven zoeken, maar het in onze omgeving te kweken en te verzorgen. Nou hebben die etenswaren een grote aantrekkingskracht op andere levensvormen. Omdat we veel beesten bij elkaar zetten kunnen grote en kleine opvreters daar makkelijk overleven, dus we proberen die “profiteurs” te elimineren. Dat lukt ons aardig.
Ook wanneer we één plantensoort willen kweken hebben we “last” van mee-eters. Onkruiden noemen we die dan, of schadelijke insecten, of schimmelziektes. Feitelijk niets anders dan wilde levensvormen die gebruik maken van de vreemde overdaad van één soort.

Builenbrand op Mais. Een schimmel die abortus kan veroorzaken bij koeien.

In de waan om steeds meer en makkelijker de omgeving in te richten bestrijden we alles wat in onze omgeving ons niet aanstaat. Het moet netjes zijn.
En daar zit nou het probleem. Door onkunde en door te veel tijd hebben we ons een levensstijl aangemeten die niet echt bevorderlijk is voor andere levensvormen. Zolang we de natuur als onze vijand zien, wat het was toen we nog maar een levensverwachting van hooguit dertig jaar hadden, zullen we die natuur blijven bestrijden.
Door de natuurlijke levensvormen te kennen, te herkennen en te waarderen kunnen we die veel beter naar onze hand zetten en er mee samenleven. Want samenleven zullen we altijd moeten om te overleven.

Kennis van de natuur en de natuurlijke omgeving uit zich ook in het genieten van die natuur. We hebben al de neiging om meer dingen mooi te vinden dan voor overleven strikt noodzakelijk is, laten we dan ook kennis nemen van die rijkdom, laten we er van leren, laten we kennis nemen van wat we al weten van planten, dieren en landschappen en gewapend met die kennis kunnen we ook stoppen met het nodeloos vernietigen of vervuilen van onze natuurlijke omgeving.

Dit is een “eenvoudige” vorm van vervuiling. Herkenbaar en op te lossen.

DAAR geloof ik in.
Het gekke is dat veel geloven, religies, waar heel veel mensen hun bestaan aan ophangen ook deze waardering voor alles wat leeft, tolerantie naar andere levensvormen en de eigen soort, prediken. Maar in de praktijk blijken veel van deze gelovigen iets heel anders in praktijk te brengen. Dat is heel raar en zal bij onveranderd gedrag leiden tot vernietiging van de maatschappij die we nu kennen. We begrijpen nog weinig van de oerkracht van het leven op aarde, maar wat we er van kennen is dat leven altijd weer terugkeert, ook na het massaal uitsterven van soorten. Dat is al meerdere keren gebeurt en zal binnen niet al te lange tijd gegarandeerd ook voor de mens gelden. Met al onze kennis en vooral onze onkunde zorgen we echter wel voor een versnelling van dit effect. Op den duur zal de nu succesvol lijkende mens een marginale tijd op aarde hebben bestaan, afgezet tegen de miljoenen jaren van leven op onze planeet.

Een steenbreek op een bergpas, maar een paar weken per jaar niet onder de sneeuw.

Ik probeer met mijn passie, het verbeelden van het leven en onze samenleving op aarde, het verbeelden van de schoonheid van het landschap, waardering en kennis te brengen naar mensen die het misschien wel mooi vinden, maar nog geen flauw idee hebben van de onnoemelijke rijkdom aan variatie dat er is op Aarde. Maar ook ik zal niet “alles” kunnen laten zien. Het is maar een fractie,  geniet ervan.

een parelmoervlinder op een margriet…iedereen loopt er aan voorbij maar wat een wonderlijke leefwijze!

Kijk voor een verzameling van mijn verbeeldingen op www.wolverlei.com en www.plaatsengids.nl

Plaatsen in de sameleving, ook de religies zijn het bekijken en onderzoeken waard. Dat doen we met de plaatsengids